Feestdagen-icoon

Geplaatst op 7 maart 2017

Feestdagen

De afbeelding

Deze icoon bevat de zogenaamde ‘Dodekaorton’, met in plaats van de Opwekking van Lazarus een afbeelding van de Kruisverheffing.

1. In het midden is de Anastasis afgebeeld, de Nederdaling ter helle. In de dagen tussen zijn dood en zijn verrijzenis zou Christus zijn afgedaald naar het voorgeborchte van de hel, of naar het dodenrijk, om de zielen van de rechtvaardige mensen uit voorchristelijke tijden te bevrijden. Het paradijs was immers na de zondeval gesloten en werd door Christus’ kruisdood pas weer geopend. Adam, de langst wachtende, wordt door Christus bij de pols genomen (daar bevindt zich de levensslagader), omhoog getrokken en tot leven gewekt. Vervolgens is het de beurt aan Eva, die op de icoon aan de rechterzijde is afgebeeld.

Kleine afbeeldingen van boven naar beneden en van links naar rechts:

2. Geboorte van de Moeder Gods. Anna, de moeder van Maria, ligt in het kraambed, terwijl de baby door een vroedvrouw wordt gewassen. Joachim, de vader zit rechts.

3. Presentatie (Intrede) van Maria in de tempel. Maria, afgebeeld als een volwassene in het klein, zou als 3-jarige naar de tempel zijn gebracht . Ze staat in het midden met achter haar haar ouders, Joachim en Anna. Rechts staat de hogepriester Zacharias, de vader van de latere Johannes de Doper. Maria zou in de tempel verblijven tot ze 12 jaar oud is en door een engel worden gevoed.

4. Annunciatie (Verkondiging aan Maria). De engel Gabriel aan de linker zijde brengt Maria de blijde boodschap dat zij een zoon zal krijgen.

5. Aanbidding van de wijzen. Het bezoek dat de drie wijzen uit het Oosten brengen aan het pasgeboren kind. De drie wijzen (niet: koningen) vertegenwoordigen verschillende leeftijdscategorieën: een jonge man (baardloos), een man van middelbare leeftijd (met korte baard) en een oudere man (met lange grijze baard). Hier hebben zij geen geschenken bij zich. Maria zit in het midden, met haar zoon op schoot. Rechts staat Jozef.

6. Presentatie (opdracht) van Jezus in de tempel. Op de 40ste dag na zijn geboorte gaan de ouders van Jezus met hun zoon naar de tempel om het voorgeschreven offer te brengen. Daar worden zij ontvangen door de hogepriester Simeon (rechts afgebeeld), die niet zou sterven alvorens hij de verlosser zou hebben gezien. Hij neemt Christus in zijn armen en looft God.

7. Doop van Christus in de Jordaan (Theofanie). Jezus begaf zich naar de Jordaan om zich door Johannes de Doper (zijn neef) te laten dopen. Johannes (links) riep op tot bekering. Hij draagt een kameelharen onderkleed. Rechts zijn twee engelen afgebeeld.

8. Intocht in Jeruzalem. Gevolgd door zijn leerlingen (hier zijn er 2 afgebeeld) rijdt Jezus, gezeten op een ezel, naar de poort van Jeruzalem, waar het nieuwsgierige volk hem tegemoet komt. De stad waar hij binnentrekt wordt gezien als het hemelse Jeruzalem, waarmee de intocht een symbool wordt voor de triomf over de dood.

9. Transfiguratie (verheerlijking) op de berg Thabor. Samen met drie van zijn leerlingen, Petrus, Johannes en Jacobus, bestijgt Christus de berg Thabor om daar tussen de oudtestamentische profeten Mozes en Elia in licht te veranderen. Christus, Mozes en Elia staan elk op een punt van de berg. Christus is afgebeeld in een mandorla (amandelvormig aureool), en straalt het goddelijke licht uit, dat met name Jacobus en Johannes niet kunnen verdragen.

10. Hemelvaart van Christus. Op de veertigste dag na Pasen stijgt Christus vanaf de top van de Olijfberg ten hemel. Maria, geflankeerd door 2 engelen, en de leerlingen blijven achter. (Hier zijn 2 leerlingen afgebeeld). Op hun schouders zal de kerk vanaf nu rusten.

11. Oudtestamentische triniteit (Philoxenie, of Gastvrijheid van Abraham). Aartsvader Abraham ontvangt drie hem onbekende jongelingen (engelen) gastvrij en laat een maal voor hen bereiden. Van hen verneemt hij dat zijn vrouw Sara, hoewel zij al oud is, een zoon zal baren. De engelen zijn afgebeeld, zittend aan tafel met een kelk in het midden. Op de achtergrond is de boom van Mamre te zien.

12. Ontslapen van de Moeder Gods (Koimesis). De leerlingen zijn bijeengekomen rond de gestorven Maria, die ligt uitgestrekt op een baar. Haar zoon Christus is uit de hemel neergedaald om haar ziel, voorgesteld als een wit ingebakerd poppetje, mee naar de hemel te nemen.

13. Kruisverheffing. De oorsprong van dit feest (14 september) ligt in het vinden van het ware kruis, door keizerin Helena, de moeder van keizer Constantijn de Grote. In het midden staat Sakarias, bisschop van Jeruzalem, met het ware kruis in de hand, rechts is Constantijn afgebeeld en links Helena.

Deze icoon bevat de zogenaamde ‘Dodekaorton’, met in plaats van de Opwekking van Lazarus een afbeelding van de Kruisverheffing.

Deze icoon bevat de zogenaamde ‘Dodekaorton’, met in plaats van de Opwekking van Lazarus een afbeelding van de Kruisverheffing.

03-2017

Formaat: 30 x 40 cm