Geplaatst op 1 mei 2008
Moeder GodsNaar een mozaïek in de zuidelijke galerij van de Haya Sofia in Constantinopel uit de 12e eeuw.
De Nikopoia
Oftewel ‘De Overwinning Brengende’. De icoon heeft deze naam mogelijk gekregen toen Heraklios haar als een soort talisman meenam op zijn schip vanuit Carthago tijdens zijn strijd tegen Constantinopel. Na zijn overwinning in 610 liet hij de icoon in Contantinopel achter, zo wil het verhaal. Bij latere belegeringen van Constantinopel, bijvoorbeeld door de Avaren in 626, heeft de bevolking haar gebeden tot deze icoon gericht en dat heeft Contantinopel steeds de overwinning gebracht. Een ander verhaal vertelt dat de originele icoon in de 5e eeuw door keizerin Eudokia aan haar schoonzus keizerin Pulcheria zou zijn geschonken en zo in Constantinopel terecht zou zijn gekomen.
Zeker is dat de icoon tijdens de vierde kruistocht in 1204 door de Venetianen werd buitgemaakt en dat ze later verloren is gegaan. De Nikopoia in de San Marco van Venetië zou een kopie naar het origineel zijn. De Nikopoia is altijd de beschermheilige van Constantinopel, de hoofdstad van het Byzantijnse keizerrijk, gebleven. Daardoor zijn in de 12e eeuw mozaïeken van de Nikopoia aangebracht in de Haya Sofia, toen een christelijke basiliek.
Iconen van de Moeder Gods
Een legende verhaalt dat Sint Lucas, de evangelist, eigenhandig een aantal portretten van Maria, de Moeder Gods, heeft geschilderd. Hierop zouden de verschillende typen Byzantijnse Moeder Gods-iconen, waaronder de Nikopoia, gebaseerd zijn.
Historisch zeker is dat tijdens het concilie van Efese (431) besloten werd dat Maria als de Moeder van God beschouwd moest worden, omdat haar zoon de Zoon van God en aan God gelijk was. Vanaf de tweede helft van de 5e eeuw ontstaan door dit besluit iconen waarop Moeder en kind zijn afgebeeld. Deze iconen worden ook wel ‘Theotokos iconen’ genoemd; iconen waarop Maria als moeder van God is afgebeeld. ‘Theotokos’ betekent in het Grieks namelijk ‘Moeder van God’. De Nikopoia is een zeer geliefd icoontype.
De afbeelding
Om de status van Maria aan te geven is zij veelal frontaal afgebeeld – vaak terwijl ze op een troon is gezeten, haar voeten rustend op een keizerlijk voetenbakje. Op deze icoon ontbreken troon en voetenbankje echter. Maria is gekleed in purper, een kleur voorbehouden aan de keizer en zijn gemalin. Christus is op haar schoot gezeten. Zij ondersteunt haar zoon door haar linker hand op Zijn linker been (of knie) en haar rechter hand op Zijn rechter schouder te leggen. Vaak worden moeder en kind geflankeerd door twee engelen, of vergezeld door de keizer en zijn vrouw of andere belangrijke personen; hier is dat niet het geval.
Christus heeft een kruisnimbus (een specifieke soort aureool) wat een verwijzing is naar zijn kruisiging. In Zijn linkerhand houdt Hij een boekrol (evangelie) vast, terwijl Hij met Zijn rechterhand een zegenend gebaar maakt. Hij is gekleed in een goudkleurig gewaad.
Inscripties
IC XC (‘Jezus Christus’)
ΜΡ θY (Mètèr Theou – MHTHP θEOΥ, ‘Moeder Gods’)
05-2008
Formaat: 20x30cm